Ongedocumenteerde werknemers die bij mensen thuis werken, zijn extra kwetsbaar voor mensenhandel. FairWork, een organisatie die zich inzet tegen arbeidsuitbuiting, wil meer aandacht voor dit probleem. ’Ze zijn heel bang alles kwijt te raken als ze misstanden aankaarten, en niet onterecht.’
TEKST Renate van der Zee ILLUSTRATIE Saskia Tannemaat
Ze komen uit landen als Colombia, Marokko, Indonesië of de Filipijnen. Ze hebben geen verblijfsvergunning en werken bij mensen thuis. Als au pair, hulp in de huishouding of ouderenverzorger. Vaak wonen ze bij hun werkgever in huis. ’We weten niet om hoeveel mensen het gaat, maar wel dat ze extra kwetsbaar zijn voor mensenhandel, ofwel moderne slavernij’, zegt Anna Ensing, projectleider bij FairWork. ’Ze zijn namelijk dubbel of driedubbel afhankelijk van hun werkgever. Voor hun inkomen, hun huisvesting en mogelijk ook hun sociale netwerk. Als ze misstanden meemaken, is het voor hen riskant die aan te kaarten, want ze kunnen alles kwijtraken. Ze zijn doodsbang om uitgezet te worden en daar dreigt hun uitbuiter in veel gevallen ook mee. De kans is daarom heel klein dat ze daadwerkelijk aangifte doen. Waardoor de situatie in stand blijft en soms zelfs verergert. Want deze mensen worden steeds kwetsbaarder en afhankelijker, wetende hoeveel risico ze lopen als ze met de waarheid naar buiten komen.’
Veel ongedocumenteerden die achter de voordeur werken, weten niet dat ze dezelfde arbeidsrechten hebben als iedereen in Nederland. Ze hebben recht op het minimumloon, veilige werkomstandigheden en goede behandeling. ’In de praktijk zijn ze soms slachtoffer van mensenhandel en durven ze daar niets tegen te ondernemen. En als ze wèl naar buiten treden, dan is het heel moeilijk aan te tonen dat er inderdaad sprake was van mensenhandel en kan het gebeuren dat de zaak wordt geseponeerd.’
Als de situatie namelijk nèt niet schrijnend genoeg is om te spreken van mensenhandel, of als er geen bewijs is voor dwang, worden deze mensen beschouwd als slachtoffers van heel slechte arbeidsomstandigheden. Ensing: ’Het verschil tussen mensenhandel en heel slechte arbeidsomstandigheden is in de praktijk erg klein, maar de uitwerking voor de slachtoffers is groot. Als slacht offer van mensenhandel heb je recht op bescherming en opvang. Als ongedocumenteerd slachtoffer van hele slechte arbeidsomstandig heden sta je in de praktijk meestal met lege handen.’
BREED VANGNET
De grens tussen mensenhandel en heel slechte arbeidsomstandigheden is vrij vaag. FairWork pleit er dan ook voor dat meer zaken voor de rechter worden gebracht, zodat de definitie van mensenhandel duidelijker wordt. ’Zelfs de rechterlijke macht worstelt met de definitie van mensenhandel. Daardoor worden veel zaken geseponeerd en zijn er veel vrijspraken. De drempel om een klacht in te dienen is daarom hoog.’
Om ongedocumenteerden bewust te maken van hun rechten, heeft FairWork informatie in verschillende talen online gezet. ’Met een nieuwe online aanpak, waarin we wereldwijd de eersten zijn, duikt deze informatie via heel veel zoektermen op. Dat kan echt helpen. Zo meldde zich bijvoorbeeld een ongedocumenteerde Peruaanse au pair bij ons. Ze werd uitgebuit, maar ze had nog wel toegang tot internet. Zoekend naar hulp kwam ze bij ons uit.’
Bij FairWork werken zo’n dertig vrijwilligers uit dezelfde landen als de slachtoffers, wat de drempel om hulp te vragen zo laag mogelijk maakt. Daarnaast geeft de organisatie bijvoorbeeld ook voorlichting aan migrantenorganisaties. ’Die organisaties zien ook vaak slachtoffers, maar herkennen het probleem niet. Wij leggen uit hoe ze mensenhandel kunnen herkennen en hoe ze kunnen doorverwijzen. Zo proberen we een breed vangnet uit te rollen voor al die onzichtbare mensen die achter de voordeur worden uitgebuit.’
Dit artikel is op 18 oktober 2019 verschenen in de bijlage ‘Samen tegen mensenhandel’ bij dagblad Trouw.