Regelmatig krijgen we bij FairWork de vraag: waarom doen mensen niet ‘gewoon’ aangifte of een melding als ze problemen hebben? Het antwoord is niet simpel of eenduidig. Een blik door de ogen van onze cliënten helpt om de lage meldingsbereidheid te begrijpen.
In 2023 ondersteunde FairWork 1108 mensen met stevige problemen op het werk. Bij ruim 38 procent van hen was er sprake van signalen van arbeidsuitbuiting. Allemaal migrantenwerkers met een eigen gezicht, een eigen verhaal, in heel diverse -vaak schrijnende- omstandigheden. Bij iedere klacht inventariseren de ondersteuners van FairWork onder andere: is een aangifte of melding op zijn plaats en bij wie? De misstanden rechtvaardigen vaak een melding bij de NLA (arbeidsinspectie) bij afdeling Opsporing of Toezicht. Toch leidt slechts een klein deel van de klachten uiteindelijk tot een melding.
De reden dat FairWork niet alle ontvangen klachten bij de NLA meldt, is dat FairWork handelt vanuit het perspectief van de cliënt. Een melding kan alleen worden gedaan met volledige instemming van onze cliënten (levensbedreigende situaties uitgezonderd). En die kiezen daar vaker niet dan wel voor omdat ze bang zijn, geen vertrouwen hebben in een goed afloop of opzien tegen een lang, ingewikkeld en altijd moeilijk te overzien proces.
Angst
Onze cliënten zijn vaak bang dat een melding zal leiden tot verslechtering van hun positie. Ze vrezen verlies van werk, moeilijkheden bij het vinden van nieuw werk of problemen voor hun collega’s. Met name ongedocumenteerden vrezen uitzetting of detentie. Veel arbeidsmigranten wonen in een huis geregeld door de werkgever en lopen dus groot risico ook het dak boven hun hoofd te verliezen. Daarnaast speelt bij uitbuiting per definitie de angst voor de reactie van bijvoorbeeld de uitbuitende baas of de contacten van het malafide uitzendbureau.
Gebrek aan vertrouwen en perspectief
Naast de angst voor problemen, speelt dat gedupeerden geen vertrouwen hebben dat een melding hun situatie ten goede zal veranderen. Zij verwachten niet dat een melding of aangifte zal leiden tot het alsnog krijgen van onbetaald loon of schadevergoeding. Bij cliënten met signalen van mensenhandel is er vaak te weinig vertrouwen dat de melding ook daadwerkelijk wordt opgepakt als mensenhandel door de hoge drempel die momenteel bestaat voor mensenhandelzaken. Of er wordt een snel seponeren van de zaak verwacht. In dat geval kan de client niet rekenen op bescherming of voorzieningen.
Tijdrovend en onvoorspelbaar
Het proces van melden of aangifte doen, wordt vaak ervaren als moeizaam, tijdrovend en weinig transparant, in een periode waarin onze cliënten vooral bezig zijn met overleven. Melden kan niet goed zonder hulp vanwege taal, opleidingsniveau en gebrek aan toegang tot digitale middelen. Vaak worden in het proces van melden bovendien papieren en gegevens gevraagd die juist bij een informele of malafide werkgever niet zomaar voor handen zijn. Tenslotte is moeilijk te voorspellen hoe lang de opvolging of het onderzoek naar aanleiding van een melding gaat duren en wat er wellicht allemaal nog van de melder gevraagd gaat worden.
Hoewel slachtoffers en gedupeerden meestal wel degelijk willen dat uitbuiting aangepakt wordt en nieuwe misstanden voorkomen worden, zorgen beschreven drempels vaak toch voor een lage meldingsbereidheid.