Nieuws

Meer inkomenszekerheid nodig voor buitenlandse uitzendkrachten

paars vlak met oranje vlak

Reactie FairWork op wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers

Op 19 mei jl. heeft – inmiddels demissionair – minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel beoogt de bestaanszekerheid van flexwerkers te vergroten en uitbuiting via draaideur- en uitzendconstructies tegen te gaan. FairWork onderschrijft deze doelen , maar heeft zorgen over de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen. Wij vrezen dat deze onvoldoende zijn om de structurele uitbuiting van buitenlandse uitzendkrachten daadwerkelijk aan te pakken. Aangezien bijna 60% van alle uitzendkrachten een migratieachtergrond heeft, is het essentieel dat deze groep niet tussen wal en schip valt.¹ FairWork ziet de problemen van deze groep in de dagelijkse praktijk: ultrakorte contracten, valse beloften en groeiende dakloosheid door de koppeling van huisvesting aan onzeker werk. FairWork doet daarom twee concrete aanbevelingen om buitenlandse uitzendkrachten daadwerkelijk meer inkomenszekerheid en bescherming te bieden:

Aanbevelingen voor meer inkomenszekerheid:

1. Afschaffen van het uitzendbeding en invoeren van vaste uren

FairWork pleit voor de afschaffing van het uitzendbeding en het invoeren van een verplicht minimumaantal gegarandeerde betaalde uren per week om een stabiel basisinkomen te waarborgen en de afhankelijkheid van het uitzendbureau te verkleinen.

2. Wettelijke verankering van inkomensgarantie voor arbeidsmigranten

FairWork roept op tot wettelijke verankering van de bestaande inkomensgarantieregeling uit de cao voor uitzendkrachten, zodat handhaving kan plaatsvinden door de NLA.

Beperkte effectiviteit van het wetsvoorstel²

Volgens het nieuwe wetsvoorstel krijgen uitzendkrachten vanaf 2026 recht op gelijke arbeidsvoorwaarden als medewerkers die rechtstreeks in dienst zijn bij het inlenende bedrijf. Vergelijkbare afspraken zijn echter reeds opgenomen in de cao voor uitzendkrachten en worden in onze ervaring door veel uitzendbureaus al toegepast.³ Daarnaast wordt volgens het wetsvoorstel de eerste onzekere fase van het uitzendcontract verkort van 78 naar 52 weken. In de praktijk zal dit nauwelijks effect hebben, omdat veel arbeidsmigranten hun werk al tijdens deze eerste fase verliezen. Het verkorten van de eerste fase kan er dus zelfs toe leiden dat veel uitzendkrachten juist eerder hun werk gaan verliezen.

Structurele problemen in de praktijk

FairWork ziet dat veel buitenlandse uitzendkrachten werken onder extreem onzekere omstandigheden. Zij krijgen vaak contracten van slechts enkele weken, zonder enige garantie op een bepaald aantal werkuren of inkomen. De beloofde arbeidsomstandigheden blijken in de praktijk regelmatig zwaarder of slechter dan vooraf afgesproken. Mede door het zogeheten uitzendbeding verliezen zij snel hun werk en dan ook hun huisvesting waardoor ze soms dakloos worden. Het uitzendbeding, vastgelegd in de cao voor uitzendkrachten, bepaalt namelijk dat de uitzendovereenkomst automatisch eindigt zodra de opdrachtgever besluit de uitzendkracht niet langer in te willen lenen. Er geldt geen opzegtermijn, waardoor uitzendkrachten van de ene op andere dag hun werk – en daarmee hun inkomen – verliezen.
Om dit risico enigszins te beperken, bestaat er binnen de cao voor uitzendkrachten een inkomensgarantieregeling: arbeidsmigranten die voor het eerst via een uitzendbureau in Nederland aan de slag gaan, hebben in de eerste twee maanden recht op het voltijds minimumloon, ook als er geen werk is. In de praktijk blijkt echter dat veel arbeidsmigranten niet op de hoogte zijn van de inkomensgarantie en dat uitzendbureaus de regeling vaak niet toepassen. Van arbeidsmigranten wordt voorts verwacht dat zij zelf hun achterstallige loon vorderen via een civiele procedure. In werkelijkheid kunnen zij deze loonvorderingsprocedure vaak niet bekostigen, of weten zij niet hoe zij deze moeten starten. Hierdoor blijven zij achter zonder inkomen, terwijl de werkgever buiten schot blijft.

Vicieuze cirkel van onzekerheid

Door deze gebrekkige bescherming belanden arbeidsmigranten in een vicieuze cirkel van onzekerheid. Zij hoppen van het ene uitzendbureau naar het andere, zonder uitzicht op een stabiel inkomen en huisvesting. Sommigen van hen belanden op straat met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Zonder structurele inkomenszekerheid blijft de kans op uitbuiting groot.

Conclusie

FairWork roept de minister op om het wetsvoorstel aan te vullen met maatregelen die zorgen voor daadwerkelijke inkomenszekerheid vanaf dag één voor buitenlandse uitzendkrachten. Alleen dan zetten we een serieuze stap in de richting van het beëindigen van structurele uitbuiting in de uitzendsector.

 


¹ Kamerstukken II 2024/25, 36746, nr. 3, p. 68; CBS (2021). Profiel van flexwerkers in Nederland, 2003-2019.

² Ook de Afdeling advisering van de Raad van State heeft aangegeven dat de impact van deze wijzigingen beperkt zal zijn – een analyse die FairWork onderschrijft. Zie Kamerstukken II 2024/25, 36746, nr. 4, p. 2.

³ Zie artikel 10 cao voor uitzendkrachten en artikel 16 cao voor uitzendkrachten (inlenersbeloning).

⁴ Kamerstukken II 2024/25, 36746, nr. 4, p. 2.

⁵ Artikel 15 lid 1 sub c cao voor uitzendkrachten.

⁶ Artikel 39 cao voor uitzendkrachten.

⁷ De cao voor uitzendkrachten is momenteel niet algemeen verbindend verklaard en geldt dus niet voor de hele uitzendbranche, maar wel voor de uitzendbureaus die aangesloten zijn bij brancheorganisaties. Juist de meest kwetsbare arbeidsmigranten werken voor uitzendbureaus die geen lid zijn van een brancheorganisatie.