Slachtoffers van mensenhandel of moderne slavernij krijgen veel te weinig of niets betaald. Ze werken hier in Nederland onder (zeer) slechte omstandigheden, bijvoorbeeld in restaurants, de land- en tuinbouw en de schoonmaakbranche. Of ze worden seksueel uitgebuit. Ze zijn volledig in de greep van hun baas of tussenpersoon: ze worden bijvoorbeeld mishandeld, krijgen hun paspoort niet terug als ze daar om vragen of vrezen voor de veiligheid van hun familie.

Veel slachtoffers van deze moderne slavernij zijn migranten die onder valse voorwendselen naar Nederland zijn gehaald. Ze spreken de taal niet en zijn meestal niet of nauwelijks op de hoogte van hun rechten hier. En als ze dat wel zijn, durven ze er lang niet altijd iets tegen te doen. Vaak zijn ze bang gemaakt voor de immigratiedienst of politie. Ontsnappen is voor deze mensen dus niet gemakkelijk.

Moderne slavernij speelt zich soms zelfs in je eigen buurt af. Vraag je je wel eens af of die jongen die dag en nacht in de snackbar werkt ooit wel eens vrij is? Of zie je mensen wonen op het terrein van hun baas? Je kunt proberen contact te leggen en bijvoorbeeld vragen: Word jij of jouw familie bedreigd? Krijg je niet of nauwelijks betaald? Word je gedwongen om te werken?

Kun je deze mensen niet aanspreken, kijk dan of je deze vragen over hun situatie zélf kunt beantwoorden. Bekijk hiervoor ook onze checklist. Heb je een ‘ja’ op meerdere vragen, dan is er misschien sprake van moderne slavernij. Verdachte situaties kun je melden bij FairWork.

Feiten en cijfers

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen en the United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) hebben in 2017 een schatting van de omvang van mensenhandel in Nederland gemaakt. In dit onderzoek wordt het jaarlijks aantal slachtoffers van mensenhandel geschat rond de 6.250. Dit is zo’n vijf keer hoger dan het aantal geregistreerde slachtoffers, wat betekent dat veel slachtoffers van mensenhandel buiten beeld van instanties blijven. Van deze mensen zijn 1.325 personen (21%) slachtoffer van grensoverschrijdende uitbuiting buiten de seksindustrie.

Topje van de ijsberg
Lang niet alle gevallen van moderne slavernij worden herkend of opgespoord en  slachtoffers doen niet altijd aangifte. Ze zijn vaak bang, voelen zich onveilig en vermijden contact met de politie uit angst voor uitzetting of wraak of omdat ze denken zelf strafbaar te zijn. Door ervaringen in hun land van herkomst hebben slachtoffers soms weinig vertrouwen in de politie.

Meldingen
Het aantal meldingen van slachtoffers van mensenhandel is de afgelopen vijf jaar sterk afgenomen, van 1.287 in 2012 naar 952 in 2016. In 2016 daalde het aantal met 17 procent ten opzichte van 2015. Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer: ‘Ik maak me ernstige zorgen over het dalende aantal meldingen. Mensenhandel neemt namelijk niet af: we weten nu dat het aantal slachtoffers 6.250 per jaar is. Dat betekent dat een steeds groter deel van de mensenhandel buiten beeld blijft. Dit zou aanleiding voor de politie moeten zijn om extra capaciteit vrij te maken voor de bestrijding van mensenhandel.’

Met ingang van 1 januari 2005 is het nieuwe strafrechtsartikel mensenhandel 237a in werking getreden. Sinds de wetswijziging zijn niet alleen gedwongen prostitutie, maar ook andere vormen van uitbuiting strafbaar. Onder deze andere vormen vallen uitbuiting op het werk buiten de seksindustrie, moderne slavernij, op slavernij lijkende praktijken en de handel in organen.

Volgens het nieuwe artikel mensenhandel is er sprake van dwang bij:

  • dwingen door geweld of dreigen met geweld;
  • het ten onrechte opleggen van vaak torenhoge schulden;
  • het afnemen van identiteitskaarten en paspoorten.
  • misbruik van machtsoverwicht
  • misleiding waardoor het slachtoffer voor een veel te laag loon en onder slechte arbeidsomstandigheden aan het werk gaat.

Een belangrijke factor die meespeelt bij de vraag of er sprake is van mensenhandel, is uitbuiting. Signalen die worden meegewogen om te kijken of er sprake is van uitbuiting, zijn, als de persoon in kwestie:

  • niet zelf de reis en de benodigde papieren heeft geregeld;
  • niet beschikt over het eigen paspoort of de eigen reisdocumenten;
  • bang is voor uitzetting;
  • illegaal verblijft in Nederland;
  • een onredelijk groot deel van de inkomsten moet afdragen;
  • een relatief hoge schuld heeft die moet worden afbetaald;
  • beperkte bewegingsvrijheid heeft of in gevangenschap leeft;
  • in opdracht van een derde moet werken;
  • in zijn familie chantage, afpersing of bedreiging ziet voorkomen.

Om inzicht te krijgen in de omvang van mensenhandel, kent Nederland sinds 2000 de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Een uitgebreid overzicht van de rapportages is te vinden op de website van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel te vinden.